Sparen
14 november 2019Algemeen
Uitgangspunt is dat het contact van kinderen en jongeren met hun ouders/opvoeders gewoon doorgaat, ook als zij niet in één huis verblijven. Door de aangescherpte maatregelen van het ministerie van VWS en de richtlijnen van het RIVM is fysiek contact niet vanzelfsprekend. Het kan dus zijn dat dit contact anders vormgegeven moet worden. Dat vraagt van professionals om met ouders, pleegouders, kinderen en jongeren en andere relevante partners:
- Creatief te kijken naar andere vormen van communicatie (bekijk ook de pagina over digitale zorg op afstand).
- Een zorgvuldige afweging te maken over de vorm van het contact, waarin zowel de fysieke en mentale gezondheid van de jongere, en zijn ouders/opvoeders als die van de henzelf gewogen wordt.
Dat betekent:
- Houd contact.
- Zoek samen zoveel mogelijk naar andere vormen van contact, zoals bijvoorbeeld skype of face-time.
- Mocht fysiek contact echt nodig zijn voor het welzijn van de jongere, bereid dit dan goed voor. Houd je goed aan de richtlijnen van het RIVM. Zo maak je de kans op besmetting met het COVID-19 virus voor jezelf en anderen zo klein mogelijk.
- Geen fysiek contact is de norm als één van de betrokken hoest of niest en een temperatuur van meer dan 38 graden heeft, bij mensen met een chronische ziekte of andere aandoeningen waardoor hun weerstand verminderd is en bij 70-plussers. Uitzonderingen daargelaten (bijvoorbeeld een naderend overlijden).
Omgangsregeling gescheiden ouders
Lees de informatie over de afweging ten aanzien van de omgang voor kinderen van gescheiden ouders. Dit geldt zowel voor de omgang die vastgelegd is door de rechtbank als de omgang die door ouders is vastgelegd in een ouderschapsplan.
Begeleide omgang
- Een begeleide omgangsregeling vindt in principe niet fysiek maar via andere communicatiemiddelen plaats.
- De betrokken professional overlegt met de ouders welke communicatiemiddelen beschikbaar zijn en wat daarvan het beste alternatief is.
- In zeer uitzonderlijke situaties kan hiervan worden afgeweken. Zo’n besluit neemt de (gezins-)voogd altijd samen met zijn leidinggevende en andere relevante partners.
- Fysiek contact kan niet plaatsvinden als één van de betrokken hoest of niest en een temperatuur van meer dan 38 graden heeft.
- Meer informatie leest u op de pagina over fysiek contact bij ambulante hulpverlening.
Bezoek aan een pleeggezin
- Bij voorkeur wordt het bezoek via andere communicatiemiddelen vormgegeven.
- Als het voor het welzijn van de jongere essentieel is om elkaar fysiek te ontmoeten bij een pleeggezin of op een andere plek, wordt hierover samen met betrokkenen besloten en wordt dit goed voorbereid.
- Meer informatie leest u op de pagina over fysiek contact bij ambulante hulpverlening.
Bezoek aan een gezinshuis
Voor bezoeken aan een gezinshuis gelden de algemene uitgangspunten omdat de verspreiding van het COVID-19 virus ook samenhangt met het aantal ‘verplaatsingen’ van een persoon. We maken onderscheid tussen gezinshuizen met meer en minder dan 4 professionals die niet in het gezinshuis wonen.
- Een gezinshuis waar 4 of minder professionals werken die daar niet wonen, hanteert dezelfde uitgangspunten als een pleeggezin.
- Een gezinshuis waar meer dan 4 professionals werken die daar niet wonen, hanteert de uitgangspunten van een residentiële instelling.
Bezoek aan een woon-, leef- of behandelgroep
Voor een bezoek aan een woon-, leef- of behandelgroep gelden de algemene adviezen zoals hierboven genoemd. Bij deze groepen hanteren we de uitgangspunten van een residentiële instelling.